
ICT in onderwijs: leer Nathan van Denfort kennen
Ontmoet Nathan van Denfort, van scriptant naar projectmanager bij Metafoor Onderwijs. Ontdek hoe ICT...
Lees meer
Hoe houd je grip op je klas zonder jezelf uit te putten? Suzanne van der Schot, docent met 25 jaar ervaring, deelt drie praktische tips die zorgen voor meer rust, structuur en regie voor een beter klassenmanagement.
Klassenmanagement, verschillende leerstijlen, motivatietechnieken, speciale leerbehoeften… Als (startende) leraar of docent krijg je nogal wat theorie naar je hoofd gegooid waar je geacht wordt ‘iets’ mee te doen. Bovendien is de verwachting dat je ook nog empathisch bent, gevoel voor humor hebt en tegelijkertijd rechtlijnig en consequent kunt zijn. Kortom, je wordt in het diepe gegooid en meteen moet je meedoen aan de Olympische Spelen.
Toen ik zo’n 25 jaar geleden voor het eerst voor de klas stond, dacht ik dat ik wel wist hoe ik het moest aanpakken. Ik had immers mijn lesbevoegdheid gehaald! Had ik dat even goed mis. Zelfstandig voor de klas staan voelde als een eerste rijles. De theorie kende ik wel, maar in de praktijk had ik al snel het gevoel dat het me nooit zou lukken om te kunnen schakelen, sturen én tegelijk nog op het verkeer letten ook.
Ik overdrijf niet als ik zeg dat het mij zeker twintig jaar gekost heeft voordat ik écht overzicht en controle had in de klas en dat ik aan het eind van de dag ook nog energie overhad om wat anders te gaan doen. Dat kwam met name door onderstaande drie tips van collega’s die ik altijd ben blijven gebruiken.
Deze tip heeft mij enorm geholpen. Wij docenten krijgen een goed gevoel als we aan het eind van de dag veel gedaan hebben tijdens de les. Instructies geven, vragen beantwoorden, leerlingen op weg helpen, daar doen we het voor. Maar, leren doet een leerling alleen door zelf iets te doen. Op het moment dat ik ophield met meteen alle vragen van leerlingen beantwoorden, hulp bieden zodra een leerling het even niet wist, toen gingen mijn leerlingen echt iets leren. Bovendien scheelde het mij bakken met energie.
Om tijdens de les een luie leraar te zijn, zorg je ervoor dat de leerlingen alle hulpmiddelen hebben die ze nodig hebben om zelfstandig aan de slag te kunnen. Je voorbereiding bestaat er dus uit dat je heldere instructies klaar hebt, maar ook naslagwerken of websites, checklists, etc. Je zorgt er natuurlijk voor dat je die opnieuw kunt gebruiken!
Train je leerlingen als ze vragen hebben om zelf op zoek te gaan naar het antwoord. Aan het eind van de les kun je vervolgens met de groep bespreken wat er goed ging en wat nog lastig was.
Iets anders wat ik leerde was dat wanneer je procedures voor alles hebt, conflictsituaties verleden tijd zijn. Wat verwacht je van ze zodra de les begint? Mogen ze op ieder moment naar de wc? Wanneer is het tijd voor vragen stellen? Wat als ze geen pen bij zich hebben? Al die dingen moeten vastliggen. Aan het begin van het schooljaar zul je veel tijd kwijt zijn om leerlingen hier (vriendelijk) aan te herinneren, maar het levert later o zo veel tijdswinst op. Bovendien blijft de sfeer prettig, omdat je niet steeds hoeft te onderhandelen over wat jij wel en niet van ze verwacht.
De start van de les is zo’n moment waarop het hebben van een vaststaande procedure belangrijk is. Is die er niet, dan kan het minuten duren voordat iedereen goed en wel geïnstalleerd is.
Veel effectiever is het om je leerlingen aan te leren dat de les begint zodra ze het lokaal binnenkomen. Zet bijvoorbeeld een prikkelende stelling op het bord of een afbeelding die met jouw vak te maken heeft. De eerste vijf minuten van de les moeten de leerlingen hun gedachten daarover opschrijven. Iedere les. Zo slijp je een procedure in en kan jij ontspannen starten.
Ik heb het vaak gehoord als tip: ‘Je moet gewoon jezelf zijn voor de klas’. Wat is dat nou, ‘Jezelf zijn voor de klas’? Eén docent met een stuk of dertig leerlingen in een ruimte is per definitie een onnatuurlijke situatie. Je zult jezelf dus opnieuw moeten uitvinden. Leerlingen verwachten dat jij de leiding neemt. Maar, wat voor leider jij bent is helemaal aan jou. Mijn advies, ga op zoek naar een voorbeeld van leiderschap, iemand die jij bewondert (in de muziek, film, politiek, etc.). Hoe zou hij of zij reageren in de klas? Mijn ideale leider (niet lachen): koningin Beatrix!
Wat ik interessant vind aan haar is dat op veel foto’s zij een neutrale, maar ook wat strenge blik in haar ogen heeft. Zij straalt uit, met mij valt niet te sollen. Zo wil ik ook als docent zijn: vriendelijk, eerlijk en tegelijkertijd een natuurlijk leider. Op lastige momenten tijdens de les denk ik aan haar blik, haar houding en probeer die te imiteren. Probeer het eens. Het helpt echt!
Tot slot, laat je niet gek maken door verwachtingen van buitenaf. Iedereen die meent te weten wat jij als docent moet doen, die moet zelf maar gaan lesgeven. Neem de tijd om rustig te reflecteren op wat er goed gaat en wat je nog wilt verbeteren aan je eigen lespraktijk. Ga op zoek naar voorbeelden, praat met ervaren collega’s en trek vervolgens je eigen plan. Wees lief voor jezelf, vier je successen en neem ook de tijd om te ontspannen.
Ontmoet Nathan van Denfort, van scriptant naar projectmanager bij Metafoor Onderwijs. Ontdek hoe ICT...
Lees meer
Ontdek hoe jij als onderwijsprofessional pesten voorkomt en zorgt dat iedere leerling zich veilig en...
Lees meer